Keizersgracht 418-424
Voormalig Gereformeerd Gymnasium of Woltjer Gymnasium
De geschiedenis van deze plek gaat terug naar de derde uitleg van Amsterdam. Welke tussen 1613 en 1625 is gerealiseerd. In deze periode zijn de keizergracht en prinsengracht uitgegraven en is de Jordaan aangelegd. De percelen aan de grachten werden langzaam door welvarende mensen opgekocht en bebouwd. Voordat het gereformeerd gymnasium de percelen had gekocht stonden er vier panden, die allemaal stamden uit de zeventiende eeuw. Er is helaas niet veel meer over van de grachtenpanden. Caspar Philips heeft in 1768 alle grachtenhuizen in Amsterdam
opgetekend, waardoor wij weten hoe deze panden hebben uitgezien.
Ik heb nu ongeveer een jaar kunnen werken op de bovenste verdieping van dit gebouw. Daarbij vroeg mij af wat de geschiedenis is van dit grachtenpand. Altijd leuk om wat meer te weten te komen over je werkplek, zeker als dat een grachtenpand in Amsterdam betreft.
Het gebouw, zoals het er nu staat is in 1931 gebouwd als gereformeerd gymnasium,
maar de geschiedenis gaat veel verder terug. Het gebouw is aangewezen als
gemeentelijk monument.
Gevelsteen
Van het rechter pand is nog wel de gevelsteen overgeleverd, d’luypaert. De gevelsteen komt oorspronkelijk uit het gesloopte huis Keizersgracht 422. Daar is het rond 1635 ingezet en gaf het huis zijn naam. Huisnummers waren er toen nog niet, de gevelsteen was het huisnummer. In die tijd kwamen er via de VOC-dieren uit andere landen en werden ook gebruikt als huisnaam. Huisnummers kwamen er pas na 1796 in Amsterdam. De steen heeft na de afbraak van 422 lang in het tekenlokaal gelegen tot hij in 1957 in de muur is geplaatst.
Vorige bewoner
Hoewel er veel mensen over de jaren heen op dit stukje van de Keizersgracht hebben gewoond, is er een persoon die wel het vermelden waard is. Wie binnenkomt en door de gang loopt ziet net op de hoek naar de trap/lift een plakkaat aan de muur hangen. Dit plakkaat is opgehangen ter nagedachtenis van een van de voormalige bewoners van de in 1929 gesloopte panden. Sijbrand Jacobus Bouberg Wilson (1848-1923), woonde op de Keizersgracht 422, en was tijdens zijn woontijd op de gracht directeur van de Toneelschool van 1881 en 1915. De toneelschool is de voorloper van wat nu de Theaterschool van Amsterdam of wel de Academie voor Theater en Dans is.
Verbouwen van het perceel. opstand voorgevel. Tjeerd Kuijpers, 1891.
Geschiedenis Gereformeerd Gymnasium
In 1889 werd in Amsterdam het tweede gereformeerde gymnasium in Nederland opgericht; het eerste landelijke gymnasium met internaat was in 1864 in het plaatsje Zetten tot stand gekomen. Het initiatief tot oprichting van deze school ging uit van de Vereniging voor Voorbereidend Universitair Onderwijs op Gereformeerde Grondslag. Aan de oprichting van deze school is heel wat overleg voorafgegaan. In 1880 was door Abraham Kuyper de Vrije Universiteit opgericht. Uit kringen van deze universiteit werd erop aangedrongen een gereformeerd gymnasium dicht bij de VU te plaatsen om een nauwe relatie tussen beide onderwijsinstellingen te bevorderen. Eerst in 1888 werden er weer initiatieven om tot de oprichting van een gereformeerd gymnasium in Amsterdam te komen. Het gymnasium werd gehuisvest aan de Kerkstraat in het hartje van Amsterdam. Een gehuurd leslokaal in het gebouw van de gereformeerde kweekschool verschafte onderdak aan een paar docenten en hun nog weinige leerlingen, uitsluitend jongens.
Na enkele jaren verhuisde de school in 1892 naar Keizersgracht 495, op slechts een paar honderd meter afstand van de Vrije Universiteit. Bijna veertig jaar lang zou er in dat gebouw ‘geschoold’ worden. In 1929 werden de panden aan de Keizersgracht 418-424 aangekocht. Na sloop werd in juni 1931 de eerste steen gelegd voor het nieuwe schoolgebouw aan de Keizersgracht 418-424. Telde het gymnasium in de beginjaren ongeveer 20 leerlingen, het nieuwe schoolgebouw bood met 17 klaslokalen ruimte aan enige honderden jongens en meisjes. De ‘Vereniging voor Voorbereidend Universitair Onderwijs te Amsterdam’ bestond uit leden en begunstigers. Het Bestuur van de Vereniging bestond uit ten hoogste 5 Directeuren.
De rector van het gymnasium was belast met de dagelijkse leiding op de school. In de praktijk bleek J. Woltjer eerst als Rector en later als President-curator, de stuwende kracht achter vrijwel elk initiatief. Tot 1917 heeft hij vanuit zijn christelijke levensovertuiging de school met grote toewijding gediend. Na het aftreden van J. Woltjer als rector in 1917 werd het rectoraat tot 1935 vervuld door C. Schaik.
Architect Arnoldus Ulrichus Ingwersen
Na de opening in 1931 verscheen er een artikel in het Algemeen Dagblad:
“De heer Ingwersen (de architect, red.) is een volbloed Amsterdammer; hij
houdt van de grachten en wil niet met de grachtensfeer breken. Maar tevens is hij een
modern architect, die geen oude stijlen wil nabootsen. Nu stond hij voor de puzzel: een
gebouw, dat aan het karakter der gracht zou aanpassen en toch modern zou zijn. De
architect heeft die puzzel opgelost; hij heeft den grachtengeest gegrepen in modernen
stijl; ieder die een kijkje gaat nemen, zal zich daarvan kunnen overtuigen.
Er was een factor, welke de oplossing vereenvoudigde. „Men spreekt thans veel over
nieuwe zakelijkheid”, zei de heer Ingwersen; „in wezen is die zakelijkheid echter niet
nieuw. De zeventiende -eeuws grachtenhuizen zijn ook zaken; juist in die soberheid zat
het monumentale; de bouw was logisch. Thans streven wij die soberheid en logica
meer na en dat vereenvoudigt de aanpassing.”
Arnoldus Ulricus Ingwersen werd in 1882 in Amsterdam geboren. Ingwersen was van huis uit gereformeerd: zijn vader Cornelis, manufactuurhandelaar, was nog een kompaan geweest van de anti-revolutionaire voorman Abraham Kuyper. Hij leerde
het bouwvak in de praktijk, voordat hij naar de Industrieschool ging.
Vervolgens kwam hij in de leer bij de architect H. Bonda. Hij had zich daar van loopjongen opgewerkt tot bouwkundig tekenaar. Ingwersen werd gekenschetst als een ‘vurig calvinist’ en ‘onafhankelijke geest’.
Een andere gereformeerde architect, Tjeerd Kuipers, bracht hem de fijne kneepjes van het vak bij. In 1910 vestigde Ingwersen zich als zelfstandig architect, hoewel hij veel bleef samenwerken met Kuipers.
Ingwersen kwam uit een gezin van tien kinderen. Hij heeft in zijn carrière als architect veel gehad aan zijn familiebanden. De oudste zus Maria Ingwersen trouwde in 1895 de aannemer en makelaar Johannes F.H. Spier, die behalve gereformeerd ouderling ook antirevolutionair gemeenteraadslid (1921-1925) in Amsterdam was. Als gemeenteraadslid was Spier belangrijk in het toespelen van bouwprojecten naar Ingwersen. Ingwersen werkte onder meer voor de protestantse woningbouwvereniging Patrimonium (bijv. Zaanhof, 1919).
De toewijzing van de bouwopdracht van het Gereformeerd Gymnasium op de Keizersgracht kwam ook niet uit de lucht vallen. Zijn zus Gesina Ingwersen was van 1918 tot 1945 lerares Engels aan het Gymnasium en de toenmalige rector dr. Cornelis Schaink was ook familie, een neef van zijn vaders kant.
Gereformeerd Gymnasium
Buiten dat er boven de ingang groot Gereformeerd Gymnasium staat zijn er nog een aantal andere elementen in de voorgevel die de vorige functie van het gebouw laten doorschemeren. Ten eerste is opvallend dat de trap naar de voordeur, gemaakt van zwartgemaakte rijnsteen, een stuk breder is dan het gebruikelijke grachtenpand. Dat duidt op een publieke functie en de verwachting dat er grote groepen mensen naar binnen zouden moeten.
De grote raampartijen zijn ook gebruikelijk voor een schoolgebouw. Ingwersen heeft wel de klassieke hiërarchie van de raampartijen aangehouden, waarbij de ramen naar boven geleidelijk kleiner worden. De grote vensters zorgen voor de maximale lichtinval voor de leslokalen. De school werd grotendeels uit rijksmiddelen betaald, en dat bood geen ruimte voor decoraties. De beelden boven de ingang waren een geschenk van de gemeente Amsterdam en zijn gemaakt Oberkirchner zandsteen. Johan Polet was de beeldhouwer; ze symboliseren geloof(links) en wetenschap(rechts). Het schoolbestuur betaalde zelf de spreuk die op de gevellijst kwam: Ut cognoscant te: Opdat zij U leren kennen. Deze spreuk is van de gevel afgehaald toen de school in 1972 zijn deuren sloot. Nu staat er in de gevellijst Trust House, alhoewel er een paar letters missen. Je zou er maar onder hebben gelopen toen de letters er vanaf vielen.
Van de binnenkant is tegenwoordig weinig meer terug te vinden van het oude gymnasium. Toen het gebouw werd verbouw tot kantoorruimte zijn er een aantal drastische wijzigingen doorgevoerd in het gebouw zo werd de kelder verbouwd tot parkeergarage, een helft van de trap gesloopt voor de plaatsing van de lift. Nog grondiger was het dichtgooien van de opengewerkte binnenkant van het gebouw, waardoor er een grotere werkruimte is gecreëerd. Op de laatste
twee foto’s van de beeldbank van het stadsarchief van Amsterdam is te zien hoe het gebouw er vroeger van binnenuit heeft gezien.