Raam- en deurbelasting in Amsterdam

Help Archihis verder door een donatie te doen!
Kies een bedrag
Of voer een aangepast bedrag in
Je bijdrage wordt gewaardeerd.
Doneer
Een raam die is dichtgemetseld, misschien heb je het in Amsterdam wel eens gezien. Ontzettend gek, er komt dan namelijk minder licht het huis binnen! Waarom zouden mensen dat doen? Je kan hier spreken van een negentiende-eeuwse architecturaal fenomeen. Het antwoord ligt in de ‘deur en vensterbelasting’ die in Nederland in 1812 is ingevoerd.
Een voorbeeld van een woning waarbij er duidelijk sprake is van dichtgemetslede ramen: Amsteldijk 83-85, een huis gebouwd in 1893 in Nieuwer-Amstel en ontworpen door de architect D. Schut. Het huis op de hoek van de Amstel en de Lutmastraat heeft aan de zijde van de Lutmastraat maar liefst 15(!) vensteropeningen, waarvan er dertien(!) zijn dichtgemetseld. Je zou kunnen denken dat de dichte vensters in de loop van de jaren zijn ontstaan. maar het is al op de bouwtekeningen uit 1892 te zien dat er dichte venters gepland waren. Het totaal aantal venster wijkt een beetje af van het oorspronkelijke ontwerp, maar het is wel opvallend dat er al dichte vensters in het ontwerp zijn terug te vinden.
Voor 1812
Dichtgemetselde ramen zal je niet tegenkomen bij gebouwen ouder dan 1812. Deze oude gebouwen zie je in Amsterdam voornamelijk terug in het centrum of oude dorpskernen zoals Sloten of Ransdorp. De deur en vensterbelasting is in 1812 ingevoerd, waardoor je de dichtgemetselde ramen eerder terugziet in gebouwen die na dat jaar zijn gebouwd. Je zult de dichtgemetselde ramen voornamelijk tegenkomen in de negentiende-eeuwse buurten als Spaarndammerbuurt, Staatsliedenbuurt, Schinkelbuurt, de Oude Pijp, Weesperzijde, Oosterparkbuurt en dergelijken. De deur en vensterbelasting is niet iets uniek Nederlands, er zijn een aantal voorbeelden van soortgelijke belastingen in andere landen die verder teruggaan dan de negentiende eeuw.
Er zijn in Europa wel oudere voorbeelden van vensterbelasting. De Romeinen hadden al het ostiararium en in Engeland was de windowtax in 1696 ingevoerd. Ook België, Schotland en Spanje hebben een vorm van vensterbelasting gehad.
Het Nederlandse deur en vensterbelasting systeem is gebaseerd op de Franse La contribution sur les portes et fenêtres. Deze belasting werd in Frankrijk vanaf 1798 geheven. De Franse overheid was in die tijd naarstig op zoek naar een extra belastingbron. De mensen met een grotere welstand, in de vorm van een huis werden hiermee belast op het aantal ramen en deuren die hun huis hadden.

Franse tijd-Frans recht
In 1795 trokken de Fransen, onder leiding van Napoleon, Amsterdam binnen en Nederland stond daardoor onder Frans gezag. Eerst als het Bataafse Republiek(1795-1806), daarna als Koninkrijk Holland(1806-1810), en vervolgens als onderdeel van het Franse Keizerrijk(1810-1813). Deze Franse periode heeft een enorme impact gehad op de land. Zo voerden de Fransen het Wetboek van Strafrecht (Code Pénal) in, evenals het Burgerlijk Wetboek (Code Civil) en het Wetboek van Koophandel (Code de Commerce). Maar ook andere zaken werden naar het Franse model ingevoerd: Het metriek stelsel, het kadaster, huisnummers werden verplicht op huizen, en achternamen werden verplicht. Een van de kleinere veranderingen in het systeem was ook de invoering van het deur- en vensterbelasting in 1812.
Hoe werkte de deur- en vensterbelasting?
De overheid voerde op 1 januari 1812, na de val van de onafhankelijkheid, namelijk het zogenaamde deuren- of venstergeld in, een vorm van vermogensbelasting. Hoe meer vensters je huis had, hoe hoger de belasting die je betaalde, want het aantal vensters was een maat voor de grootte van de woning. De vensterbelasting was afhankelijk van verschillende zaken:
- Het aantal toegangsdeuren
- Het aantal ramen
- De gemeente waar de woning stond
- De verdieping waar de deur of het venster zich bevond. Zo kon op een venster op de derde verdieping bijvoorbeeld een kleiner bedrag worden geheven.
In ieder geval gold de vensterbelasting voor alle buitendeuren en –vensters die uitkwamen op straten, plaatsen, tuinen, vaarten en wateren. Ook als men een binnenplaats had met vensters of deuren telden deze mee. Vensters of deuren binnenin huis, die geen direct contact met de buitenlucht hadden, telden niet mee.
Er waren dan ook weer uitzonderingen. In de wet van 12 juli 1821 werden uitgezonderd van vensterbelasting:
- Woonhuizen beneden de 20 gulden jaarlijkse huurwaarde
- Openbare gebouwen, zoals fabrieken, schuren, stallen, kerken, scholen en dergelijke
- Dakvensters
- Zolders, kelders en andere vertrekken die niet voor bewoning geschikt waren.
De belasting moest worden betaald door de bewoner van het gebouw. Betrof dat een huurder, dan werd het bedrag door de eigenaar aan de huur toegevoegd.

Verschillende types
Belastingen zijn van alle tijden, en dat maakt dat het ontwijken van het betalen van belastinggelden ook van alle tijden zijn. Iedereen doet zijn best om zo min mogelijk belasting te hoeven betalen. In het geval van de deur- en vensterbelasting hebben huizenbouwers en huiseigenaren ervoor gezorgd dat er minder deuren en ramen waren voor de gemeente om te belasten. Dat kan je natuurlijk doen door een raam simpelweg een houten schot voor te zetten of deze dicht te metselen, maar er zijn in de negentiende eeuw ook veel voorbeelden waar een dichte of blinde venster al in de bouwtekening is verwerkt. De architect heeft daarin dus tijdens de bouw een dicht raam ontworpen. Misschien met de bedoeling om het raam ooit open te maken, maar veel waarschijnlijker was het om de esthetische waarde van het ontwerp te behouden. Met regelmatige ramen creëer je ritme en daarmee een dynamiek en spanning die in de negentiende eeuw de voorkeur kregen boven het alternatief: een blinde muur.
Het dichtmaken van ramen is in de negentiende eeuw op verschillende manieren gebeurd:
- Dichtmetselen met baksteen waarbij de baksteen zichtbaar zijn gehouden of in een bepaald patroon zijn gemetseld
- Versierde pleisterlaag, met een geometrisch patroon of reclame voor een bedrijf
- Houten schot
Waar komt het voor in Amsterdam?
Kort antwoord: overal. De negentiende eeuw is een periode waar ongelooflijk veel is gebouwd in Amsterdam. Als je om je heen kijkt zal je veel dichtgemetselde ramen tegenkomen. Opvallend is dat de meest gedecoreerde dichte vensters voornamelijk op de hoekhuizen uit de late negentiende eeuw voorkomen. Ik zal een paar voorbeelden geven van dichtgemetselde ramen in Amsterdam die ik een korte fietstocht ben tegengekomen:
Het hoekhuis op de Stadhouderskade 160. Dit gebouw is in 1870 ontworpen door de architect J. Wesseling gzn. De blinde geveldelen zijn gedecoreerd met sgraffito met arabeskmotieven. Als je van dichtbij bekijkt dan zie je dat het eigenlijk houten panelen zijn die op de ramen aan de Amsteldijk kant zijn geplaatst. Deze panelen zie je niet terug op de oorspronkelijke bouwtekeningen uit 1870, dus zijn deze pas later aan het gebouw toegevoegd. Nu zijn het de meest herkenbare onderdelen van het gebouw.

Het hoekhuis op de Tweede Jan van der Heijdenstraat aan de Sarphatipark zijde uit 1887. Hier zie je mooie metselmotieven terug in. De architect is hierbij niet bekend, maar ook hier zijn op de bouwtekeningen geen dichte vensters terug te vinden. Gezien het verschil in stijl met de rest van het bouwblok lijkt dit ook een latere toevoeging aan het gebouw te zijn.

Een voorbeeld van dichtgemetselde ramen die al in het ontwerp waren opgenomen is het hoekhuis op de Amsteldijk 83-85/ Lutmastraat. Een huis gebouwd in 1893 in Nieuwer-Amstel en ontworpen door de architect D. Schut waarbij de dichte ramen al duidelijk terugkomen op de bouwtekening, alleen zijn er in de uiteindelijke bouw meer ramen ingezet. dertien ramen zijn dichtgemetseld en voorzien met een dikke pleisterlaag met daarop fraaie motieven.

Afschaffing deur- en vensterbelasting
Het heeft nog een hele tijd geduurd voordat de deur- en vensterbelasting in Nederland werd afgeschaft. De bevolking groeide aan het einde van de negentiende eeuw ontzettend hard, en met de steeds grotere behoefte aan nieuwe woningen in de grote steden werd er een eind gemaakt aan deze belasting. De grootste reden was dat de belasting de bouw van de nieuwe huizen in de weg zou staan. Ook zou de instandhouding van de belasting ook de kwaliteit van de nieuwbouw in de weg staan. Met de latere woningwet uit 1901 werd er ook nieuwe regels opgesteld waarbij er voldoende daglicht in de woningen moest komen, het dichtmetselen van ramen zal vanaf toen dan ook vrij weinig meer voorkomen. Als een pand van na 1896 dichtgemetselde ramen bevat dan zou dat enkel voor de sier zijn en niet vanwege de toenmalige belasting. De architect of eigenaar vond het dan simpelweg een mooie toevoeging aan het uiterlijk van het pand.
Het blijft voor mij een interessant fenomeen, dichtgemetselde ramen. Zeker omdat veel architecten er erg creatief mee om zijn gegaan en je veel verschillende typen in de stad kan vinden. Ik raad je aan om een keer een rondje te gaan wandelen om de verschillende ramen te bekijken!

Help Archihis verder door een donatie te doen!
Kies een bedrag
Of voer een aangepast bedrag in
Je bijdrage wordt gewaardeerd.
Doneer