Niet gecategoriseerd

Apollohouse

Voorgevel Rijksverzekeringsbank, Apollolaan 15 (1939)

Lopend door Amsterdam kom je veel interessante gebouwen tegen. Gebouwen die opvallen, doordat ze net wat anders zijn dan de gebouwen eromheen. Zo valt mij vaak een gebouw op in Amsterdam Zuid, dat zó anders is dan de rest van de buurt dat het ontzettend opvalt. Gelegen op de hoek van de Stadionweg en de Apollolaan is het Apollohouse uit 1939 een gebouw dat gebouwd is in een andere bouwstijl, ander formaat en een andere functie dan de gebouwen in de omgeving. Ik vond dat wel interessant om uit te zoeken hoe het kan dat er in de jaren dertig en dergelijk gebouw op deze plek is neergezet.

De Rijksverzekeringsbank aan de Apollolaan gezien vanaf het Muzenplein. Links de Bernhard Zweerskade (ca. 1940)

Als je een beetje door de buurt loopt en kijkt naar de gebouwen dan valt je vooral één ding op: alles is gebouwd in dezelfde stijl, de Amsterdamse School. Bouwstijl die vanaf de jaren tien tot en met eind jaren dertig veelvuldig is toegepast op de bouwerken in Nederland. Amsterdam Zuid was een wijk dat was ontworpen door H.P. Berlage, en in de uitvoering van zijn Plan Zuid werd er goed gelet op dat deze bouwstijl werd doorgevoerd in alle gebouwen in de nieuwe buurt. Hoe kan het dan dat er op de hoek een gebouw is neergezet dat zo totaal anders is dan de rest? Om die vraag te kunnen beantwoorden moet eerst worden gekeken naar de geschiedenis van het gebouw, de opdrachtgever en de architect.

Reproductie naar een foto van Eva Besnyö van de Rijksverzekeringsbank aan de Apollolaan in aanbouw (ca. 1935)

Rijksverzekeringsbank

Dit is een gebouw dat is ontworpen voor de Rijksverzekeringsbank. De Rijksverzekerings bank was een vanuit de overheid opgericht verzekeringsbank na invoering van de Ongevallenwet in 1901. Ze had als taak om de organisatie en de uitvoering van verscheidene wetten voor de verzekering van arbeiders tegen de financiële gevolgen van bijvoorbeeld ongevallen, invaliditeit, ouderdom en vroegtijdige dood van de kostwinner. De wetten waar zij uitvoering aan moesten geven waren: de Ongevallenwet (1901, 1921), de Ouderdomswet (1919), de Invaliditeitswet (1913/1919) en de Ziektewet (1913/1929). Inmiddels is de naam veranderd naar Sociale Verzekeringsbank en deze is tegenwoordig verantwoordelijk voor de uitvoering van het AOW-pensioen, de kinderbijslag, en andere regelingen.

De Rijksverzekeringsbank werd in Amsterdam gevestigd, omdat voor de financiering van de ongevallenverzekering een deel van de premies moest worden belegd in effecten, en daarvoor moest het bankpersoneel op het Damrak zijn. De Rijksverzekeringsbank begon op de Keizergracht nr. 258, vervolgens verplaatste het in 1909 naar een groter kantoor in de Pieter de Hoochstraat nr. 55, en in 1919 kwam er nog een gebouw bij in de Lutmastraat nr. 2.

Luchtfoto van de Apollolaan en omgeving gezien in noordwestelijke richting (1948)

Een nieuw gebouw

Toen in de jaren dertig bleek dat de gebouwen niet meer voldeden werd er besloten om een geheel nieuw gebouw te laten bouwen. Er werd hiervoor de hoek op de kruising van de Apollolaan en de Stadionweg gekozen, een stuk grond dat al door Berlage in zijn stadsplan was opgenomen om een groot openbaar gebouw neer te zetten. Voor de stad Amsterdam was het natuurlijk enorm van belang om de Rijksverzekeringsbank in de stad te houden, dus kwam er op deze plek geen cultureel georiënteerde openbaar gebouw, maar een overheidsgebouw. De strenge eisen van de schoonheidscommissie in die tijd, die onder andere voor de architectonische eenheid moest zorgen, had in dit gebouw lijkt het een oogje dichtgeknepen. En gelukkig maar, want er is een spectaculair gebouw neergezet.

Voor het ontwerp en de bouw werd de architect Dirk Roosenburg(1887-1962) aangetrokken. Roosenburg, grootvader van de architect Rem Koolhaas, was in Den Haag geboren en wordt omschreven als een pure vakman; een die nieuwe technieken niet uit de weg ging en esthetiek minder belangrijk vond dan de functionaliteit van een gebouw. Roosenburg viel op door zijn heel eigen manier van ontwerpen. Hij liet zich niet vatten in een stroming binnen de architectuur, maar ging heel bewust zijn eigen, weloverwogen weg. Hij lijkt het technische aspect van het gebouw meer naar voren te willen brengen dan de esthetiek. Vandaar dat zijn ontwerpen ook meer zakelijk en functionalistisch zijn dan veel van zijn tijdsgenoten. Deze functionalistische bouwstijl kan je ook terug zien in zijn ontwerp voor de Rijksverzekeringsbank

Euterpestraat (de latere Gerrit van der Veenstraat)(1938).

’een stukje Amerikaanse weelde voor het Amsterdamse kantoorvolk’

Bij de opening van het gebouw op 20 november 1939 bejubelden de dagbladen ‘Amsterdams tweede wolkenkrabber’. Het gebouw bestaat uit een 96 meter lange, tot 40 meter hoge schijf, en een 9 meter hoge ring waarin het archief was gehuisvest. Op de zesde verdieping van de schijf was een personeelsrestaurant. De Rijksverzekeringsbank had uitzonderlijk hoge verdiepingen (bijna vijf meter) voor iedereen. De ramen waren kolossaal en konden open. Niemand zat op de tocht vanwege een vernuftig overdruksysteem en een uniek soort gepatenteerde voorzetramen. De zonwering was kunstig weggewerkt, en het gebouw was voorzien van een glazenwassersinstallatie die verder alleen in Amerika was aan te treffen.  

De ring is wel een van de mooiste elementen van het gebouw, daar huisde het archief van de Rijksverzekeringsbank in. In een computerloze tijd werd alles natuurlijk met kaartjes en mappen bewaard. Bij de uitvoering van alle sociale verzekeringen had het archief naar verluid 50 miljoen kaarten die in honderden kasten werden bewaard. Om te zorgen dat de medewerkers van de bank snel toegang hadden tot dat archief, ontwierp Roosenburg het cirkelvormige ringgebouw, dat door het hoofdgebouw heen gaat, waar de vloer bestond uit rolletjes. Zo kon men snel bij de juiste archiefkast komen en deze verrijden.

Interieur hal en trappenhuis (1990).

Het gebouw is met een staalconstructie opgebouwd en bekleed met witte keramieken platen. Verder zijn de gebrandschilderde ramen in de raadzaal, de grote wandschildering in het trappenhuis en de twee bronzen beelden in de nissen bij de ingang de elementen die nog extra genoemd moeten worden bij dit gebouw.

De kunstenaar Joep Nicolas maakte voor de grote raadzaal negen gebrandschilderde ramen, acht ramen geven een voorstelling van de verschillende soorten van arbeid: zoals visserij, landbouw, industrie, mijnbouw met daaronder de wapens van de steden waar de Raden van Arbeid zijn gevestigd. Het middelste raam geeft een apotheose van de sociale verzekering.

Rijksverzekeringsbank uit 1937-’39, deel van raadzaal met in achtergrond gebrandschilderde ramen, gemaakt door Joep Nicolas (1939)

Het na een inzameling van het personeel werd Charles Eijck aangetrokken voor het maken van een wandschildering. Het fresco verbeeldt ´De bescherming, welke de Nederlandse Staat de arbeidende stand door de sociale wetgeving verleent’

De 3.60 meter hoge bronzen beelden bij de ingang stellen De beschermers van de Sociale Zorg en Gerechtigheid voor. Hildo Krop maakte de Beschermer, en Han Wezelaar de Beschermster.

Muurschildering van kunstschilder Charles Eijck in chamois-uitvoering. De muurschildering, aangeboden door het personeel, stelt voor ‘De bescherming, welke de Nederlandse Staat de arbeidende stand door de sociale wetgeving verleent'(1990).
Muurschildering van kunstschilder Charles Eijck in chamois-uitvoering. De muurschildering, aangeboden door het personeel, stelt voor ‘De bescherming, welke de Nederlandse Staat de arbeidende stand door de sociale wetgeving verleent'(1939).

Verbouwingen

Het gebouw heeft twee grote verbouwingen ondergaan. De keramieken gevels waren in 1968 niet meer in goede staat en werden door het architectenbureau LIAG vervangen door een nieuwe gevel van travertin. Helaas heeft de gevel daardoor wel zijn detaillering en horizontale structuur verloren. Nadat de verzekeringsbank in 1990 uit het gebouw ging kwam het advocatenkantoor Loeff, Claeys en Verbeke in het gebouw.

In 1993 werd de ring gesloopt om er een parkeergarage onder aan te brengen. De ring werd vervolgens steen voor steen weer opgetrokken. Er kwam een trappenhuis bij, ramen werden dichtgemaakt, er werd een extra verdieping gemaakt in een dubbelhoge werkruimte aan de voorzijde, en de riante verdiepingshoogte van bijna vijf meter werd door middel van verlaagde plafonds met maar liefst anderhalve meter teruggebracht. Kortom er zijn veel elementen van het gebouw weggehaald of vervangen om te voldoen aan de huidige functie van het gebouw. De huidige huurder is een ander advocatenkantoor: Allen & Overy.

Achterzijde, Gerrit van der Veenstraat(2020).

Geef een reactie